
Wie op zoek is naar een opleiding tot osteopaat heeft best wat keuze. Maar hoe maak je de juiste beslissing? Welke opleiding of instelling is de beste match voor jou? Op die vragen wil Osteopaat Vlaanderen een antwoord bieden. In een nieuwe reeks steken we ons licht op bij de verschillende aanbieders van opleidingen en vormingen. Na The International Academy of Osteopathy (IAO) en BELSO kloppen we aan bij Osteon. In vergelijking met IAO & BELSO is Osteon een jonge wolf. Althans, zo lijkt het misschien. Want hoewel de naam en het project nog pril zijn, is de equipe ervaren. Osteopaat Vlaanderen trok naar Osteon voor een boeiende reis door verleden, heden en toekomst.
De wortels van osteopathie-opleidingen in België
“Ons motto is dat we traditie en innovatie met elkaar willen verbinden”, vertelt Jöry Pauwels, oprichter en bezieler van Osteon. Dat concept is een rode draad door het gesprek heen. En het is meteen ook de filosofie van Osteon. De brug tussen verleden en heden. Pauwels schetst graag een beeld van de evolutie van de opleiding osteopathie in België om dat te illustreren. Het begon ooit met RSK (recyclage en specialisatie in de kinesitherapie), een project dat in 1987 het levenslicht zag onder Gilbert Devos and Erik Van Goeye. In essentie was het een uitloper van cursussen kinesitherapie waar osteopathie aan bod kwam “Maar al gauw zag je dat osteopaten daar echt een volwaardig aanbod wilden van maken”, vertelt Pauwels.
En dat gebeurt ook, in allerlei vormen. Want eind jaren 80 komen er vertakkingen van het RSK die uitgroeien tot verschillende autonome opleidingen osteopathie. IAO, Belso en ook FICO zijn allemaal gegroeid uit de zaadjes van RSK. Pauwels: “FICO is de meest directe afstammeling van het RSK. In feite was het min of meer een herdoop door de oprichters Devos en Van Goeye in 1991.” Uiteindelijk geven de twee stichters in 2008 de fakkel door aan Jöry Pauwels en Tim Daelemans. De twee opvolgers bouwen vervolgens FICO uit tot een moderne opleiding osteopathie. Zo sluiten ze zich aan bij het Europese netwerk OsEAN en halen ze onder meer de CEN-norm (2015, EN 16686). Die norm is een benchmark voor klinische praktijk, onderwijs, veiligheid en ethiek voor osteopathie in Europa en is gepubliceerd in 33 Europese landen.
“De voorgeschiedenis is belangrijk”, stip Pauwels aan, “want als je finaal kijkt dan zie je dat Osteon een directe afstammeling is van RSK. De ‘bloedlijn’ loopt van RSK over FICO naar Osteon: onze docenten en lesgevers zijn er van het eerste uur bij. Zo zin we de directe voortzetting van die traditie.” Pauwels voegt er ook aan toe dat de buitenlandse docenten bij Osteon ook het kruin van de eerste lichtingen zijn. “Denk maar aan de Britse school met Daryl Herbert van de toenmalige British School of Osteopathy (BSO) bijvoorbeeld”, zegt Pauwels. Ook docenten van de Franse school van osteopathie zoals Jean-Michel Lamy (IDHEO) zijn actief als lesgevers bij Osteon. Het toont dat Osteon de kennis en expertise van ervaren docenten alvast hoog op de agenda zet.
“Als je mij vraagt in één zin wat Osteon is, dan is het innovation in tradition”
Jöry Pauwels, oprichter Osteon
Kortom, volgens Pauwels is Osteon geen “nieuwe school”, maar een bundeling van jaren ervaring. Het DNA van de oorspronkelijke osteopathie-opleidingen zijn er verankerd en daar bouwt Osteon op verder.
Innovatie: van hybride leertrajecten tot moderne didactiek
Osteon heeft dus een stamboom die ver teruggaat enerzijds. Dat vullen ze anderzijds aan met een toekomstgerichte aanpak. Pauwels vertelt: “Op wat goed is bouwen we natuurlijk verder. Zoals de CEN-norm. Of participatie in OsEAN, het Europese academische netwerk voor osteopathie.” De vernieuwing schuilt voornamelijk in de manier waarop de opleiding osteopathie wordt gegeven.
De pandemie was daarin trouwens een katalysator. “Destijds bij FICO hadden we beslist om snel te schakelen en partities te maken tussen theorie en praktijk. Sommige vakken kan je perfect op afstand geven. Denk maar aan voedingsleer, fysiologie, zelfs deels ook medische beeldvorming. Maar voor de interpretatie van beelden moet je live werken. Neurologie, dat moet je dan weer 100% in persoon doen. Gliders, tensioners: dat moet je in de vingers krijgen”, legt Pauwels uit.
De inzichten uit COVID-19 heeft Pauwels meegenomen bij de uitbouw van Osteon: digitalisering staat er voorop. Er zijn opnames van alle theorielessen, alle presentaties zijn beschikbaar en er is een centrale digitale hub waar studenten alles terug te vinden zijn. “Dat is vandaag gewoon op maat van de student”, voegt Pauwels er aan toe. Studenten kunnen de theorie live volgen van op afstand of uitgesteld bekijken, allemaal in eigen tempo. Zo staat Osteon voor een nieuwe, hybride opleiding osteopathie.
Dat de theorielessen op afstand zijn en digitaal lijkt op het eerste gezicht een kloof te scheppen tussen lesgevers en studenten. Het voordeel is enerzijds dat lessen heel toegankelijk zijn. Anderzijds dreigt er een connectie verloren te gaan. Maar dat compenseert Osteon in de praktijksessies. Opnieuw met een duidelijke visie en aanpak. Pauwels legt uit: “Elk jaar heeft vier theorieweekends, digitaal en daarnaast vier praktijkweekends. Dan komen we allemaal op locatie samen in Raeren, in Limburg tegen de Duitse grens. Daar vinden de lessen plaats in de natuur en in alle rust van donderdagochtend tot zondagmiddag. We voorzien alle accommodaties daar: van maaltijden tot overnachting. En zo zien we dat iedereen vier keer echt samen komt.”
“Osteon is een dompelbad voor osteopathie”
Jöry Pauwels, oprichter Osteon
De retraite aanpak van Osteon brengt niet alleen studenten maar ook docenten samen. En volgens Pauwels zijn het ook net de informele contactmomenten die voor de meerwaarde zorgen. Vragen, gesprekken en discussies tijdens het samen lunchen of dineren leiden tot inzichten, dialoog en nog betere samenwerking. Het is leren van én aan elkaar, in de leslokalen en daarbuiten.
De cohortes zijn bij Osteon vandaag ook kleinschalig. “Een bewuste keuze”, legt Pauwels uit. “Momenteel zijn we met ongeveer tien man in jaar één. In de andere jaren zitten we met vijf of zes. En dat voelt heel fijn aan. Want de kleine groepen laten ons toe om heel hands-on te werken. Stel dat een student de nek moet leren manipuleren, dan kan een student de rol van de patiënt innemen, de andere student die legt de handen op de nek, om de manipulatie te leren. De docent kan echt de handen op de handen van de student zetten om voor te tonen. Zo voel je en leer je hands-on, echt een-op-een. En da’s toch vrij uniek. In een groep van veertig kan dat gewoon niet.” Osteon heeft dus niet de ambitie om grote groepen studenten onder de vleugels te nemen. “We willen ook echt geëngageerde studenten die bewust voor ons kiezen. En het toelatingscriterium houden we helder: een vooropleiding kinesitherapie of geneeskunde is een vereiste”, zegt Jöry.
Samengevat zet Osteon in op een kleinschalige instroom van gedreven studenten, een moderne manier van lesgeven voor de theorie en intensieve hands-on praktijkweekends met sterke begeleiding door ervaren docenten.
Stages met echte veldervaring
Daarnaast zijn stages bij Osteon heel sterk georganiseerd. Volgens de CEN norm zijn er duizend uren stage vereist. Met “prior learning”, dus bij kinesisten en artsen, valt dat terug tot minder dan de helft. Pauwels: “Andere scholen hebben een apart stagecentrum maar bij Osteon pakken we het anders aan. Ten eerste staan we erop dat er studenten tijdens de stage echt door rasechte stagebegeleiders worden ondersteund. Clinical tutors zoals dat binnen OsEAN is gedefinieerd. Want lesgeven en stagebegeleiding, dat is anders. Dat is didactiek versus coaching”, legt Jöry bevlogen uit.
De stages zijn dus in handen van ervaren stagebegeleiders maar vinden ook plaats in echte osteopathiepraktijken met dagdagelijkse scenario’s. Dat betekent dus: echte, betalende patiënten, reële situaties en heel wat variëteit. Pauwels legt uit: “Aan sommige andere instellingen zie je die stages vaak vervellen tot één groep, bijvoorbeeld CVS patiënten. Dat willen we juist vermijden, want het is geen representatief beeld van waar de pas afgestudeerde osteopaat ook echt zal mee te maken krijgen.”
De uitbouw van docententeams
Dat de student centraal staat dankzij het flexibele, hybride traject en het sterke stageconcept, is duidelijk. Maar ook aan de docentenzijde wil Osteo innovatief zijn. Zo moet elke docent kunnen terugvallen op een brede ervaring van minimaal drie jaar. “Dat durft bij collega’s in andere instellingen wel eens anders te zijn”, voegt Pauwels er fijntjes aan toe. Bovendien gaat het niet alleen om inhoudelijke ervaring en vakkennis, maar ook om didactische skills. Pauwels: “Daar schaven we stevig aan op onze teachers day, waar didactiek op het programma staat en we leren van elkaar, continu.”
Inclusie en diversiteit
Osteon zet graag in de kijker dat inclusie en diversiteit een cruciale rol spelen. Niet alleen voor en door studenten. Maar ook op het vlak van lesgevers. Pauwels: “Een groot deel van onze docenten zijn vrouwelijke lesgevers en dat vinden we toch belangrijk.” Volgens Pauwels uit het zich niet alleen in een andere kijk op osteopathie en het lichaam. Maar zelfs in de manier waarop les wordt gegeven. Pauwels legt uit: “Een van de docenten Inge (Schuermans, red.) geeft een les ‘Boobs, Beliefs & Biomechanics’ bijvoorbeeld. Daarbij gaat ze in detail in op hoe je met respect voor het vrouwelijk lichaam technieken kan aanbrengen. Want lichamen zijn anders en ook de patiënt voelt en ervaart dat. Die focus vinden we belangrijk.”
Opnieuw zit het ook in de informele aspect. Het docententeam brengt heel wat tijd met elkaar door om kennis te delen en van elkaar te leren. Niet alleen tijdens de praktijkweekends, maar ook op de theoriesessie. “Coherentie binnen ons docentteam, daar streef ik echt naar. Een lerende groep die samen op zoek gaat naar de beste manier om kennis over te dragen aan studenten”, legt Pauwels uit. Docenten gaan overigens niet alleen intern in dialoog. Ook de studenten krijgen de vraag om feedback te geven. Daarmee sleutelt Osteon verder aan het didactisch proces.
Academische aanpak en accreditatie
Voor Pauwels zou de opleiding osteopathie ingebed moeten zijn in een universitair kader. Alleen wringt daar het schoentje. “Je zou bijvoorbeeld vakken die we binnen onze opleiding hebben op de faculteit geneeskunde of kinesitherapie kunnen geven. Alleen zal je snel zien dat die vakken vrij sec worden gegeven. En dat je de osteopathische nuances mist”, legt Pauwels gepassioneerd uit. Hij gaat verder: “Kijk naar de snijzaal, bijvoorbeeld. Daar zal de prosector eigenlijk puur anatomisch en beschrijvend te werk gaan. Die spier, die structuur. Als osteopaat kijk je naar het samenspel. Waar komen de spieren samen, waar heb je de trigger points? Daar wordt een osteopaat wijzer én warmer van.”
Centraal in de universitaire discussies staat de accreditatie van de opleiding. Hoe gaat Osteon daar mee om? Pauwels: “Binnen het OsEAN netwerk zijn we op zoek gegaan naar een universiteit waar we de opleiding kunnen accrediteren. En die hebben we in Warschau, Polen gevonden. Daar zitten we onder de faculteit Geneeskunde. Dat accrediteringsproces is nu gestart en in het academiejaar ‘25-26 zal de eerste lichting er zijn. Vijf jaar later is de accreditatie cirkel rond. De vier theorieweekends geven we dus vanuit Warschau, met een internationaal korps van docenten.”
En hoe zit het met het diploma dat Osteon aflevert? “Iedereen die bij Osteon afstudeert kan aan de slag als osteopaat, hier maar ook in Nederland, Duitsland, etc. Dus je hebt de D.O. titel. Een mastertitel, waar soms nogal wat over te doen is, die is er bij ons niet. Er is geen opleiding osteopathie op masterniveau in België. Dus die titel is ook niet vereist.” Voorts haalt Pauwels aan dat die mastertitel en het idee erachter, gestoeld op Bologna, in realiteit toch anders wordt ingevuld. “Stel dat een osteopaat een mastertitel heeft en aanklopt in bijvoorbeeld Zwitserland. Dan zal die osteopaat daar niet zomaar met die titel aan de slag kunnen. Dan volgt er een examen. Enkel wie met een Zwitsers masterdiploma osteopathie start, kan automatisch het beroep uitoefenen.” Volgens Pauwels is een mastertitel osteopathie daarmee geen automatische toegangspoort voor de uitoefening in andere (Europese) landen in de praktijk. Tot slot stipt Pauwels aan dat na de Brexit bijvoorbeeld een Britse mastertitel in se problematisch kan zijn op Europees vlak.
De osteovonk doorgeven
Opgestaan uit de as van RSK vliegt Osteon nu met uitgestrekte innovatieve vleugels een eigen vlucht. Een modus operandi die bouwt op de fundamenten van het verleden, maar ook durft te vernieuwen. Met hybride studietrajecten, een nieuwe didactische aanpak, intensieve stages én een traject naar academische accreditatie. Dat alles om een vruchtbare voedingsbodem voor de volgende generaties osteopaten te scheppen. “Weet je, ik doe het voor die spark in their eyes. De eerste keer dat een techniek lukt. Dat moment. De student die het voelt en het klikt: dat is geweldig. Het is aan Osteon om dat klimaat te scheppen”, glundert Pauwels.
Meer informatie over Osteon vind je op de officiële website. Kennismaken met Osteon kan tijdens de praktijkweekends en door contact op te nemen vooraf.
Osteopaat Vlaanderen dankt Jöry Pauwels voor het gesprek.