1. Inleiding
Onze ruggenwervels bestaan uit twee grote delen: het wervellichaam vooraan, een cilindervormig stuk bot dat aan de boven- en onderzijde verbonden is met een tussenwervelschijf, en de wervelboog achteraan. In deze wervelboog ligt het ruggenmerg, een zenuwbundel die de verbinding vormt tussen de hersenen en de rest van het lichaam. Op de wervelboog bevinden zich ook telkens botuitsteeksels die (facet)gewrichtjes vormen met de boven- en onderliggende wervelbogen. De ruggenwervels zijn dus op twee manieren met elkaar verbonden: via de tussenwervelschijven vooraan en via de facetgewrichtjes achteraan. Hierdoor beschikt de wervelzuil over een ideale verhouding tussen stabiliteit en mobiliteit.
Wanneer men te maken heeft met een spondylolisthesis, betekent dit dat een (lenden)wervel, meestal L4 of L5, verschoven is ten opzichte van de onderliggende wervel. Deze verplaatsing kan zowel naar achteren gebeuren – een posterolisthesis – als naar voren – een anterolisthesis.
De spondylolisthesis wordt steeds in een categorie onderverdeeld, op basis van de ernst van de verschuiving:
- Categorie 1: maximaal 25% verschuiving
- Categorie 2: verschuiving tussen 25% en 50%
- Categorie 3: verschuiving tussen 50% en 75%
- Categorie 4: verschuiving tussen 75% en 100%
Bij een verschuiving naar voor, een anterolisthesis, zal er veel druk komen te staan op de facetgewrichten, met bijvoorbeeld facetartrose als gevolg. Bij een verschuiving naar achteren, een posterolisthesis, zullen er meer problemen ontstaan ter hoogte van de tussenwervelschijf, wat kan leiden tot herniatie.
2. Symptomen
- Zeer holle onderrug (lordose)
- Pijnklachten in lage rug
- Pijn wordt erger bij (zware) belasting
- Pijn vermindert bij het liggen
- Stijf gevoel in de lage rug
3. Oorzaken
- Aangeboren afwijkende vorm van de ruggenwervel
- Overbelasting
- Trauma
- Na spondylolyse (breuk van de wervelboog)
- Resultaat van algemeen verouderingsproces (vooral bij vrouwen)