
De koers leeft in Vlaanderen. Geen verrassing, want we zijn rijkelijk bedeeld als het op wielergeschiedenis aankomt. Zonder twijfel omdat de prestaties van onze coureurs tot het collectieve geheugen behoren. Van Merckx tot Van Aert. Maar dat we achter de schermen ook wereldtoppers hebben, dat is dan weer minder bekend. Nochtans hebben we op vlak van osteopathie en wielrennen in Vlaanderen toptalent in huis. Dat talent bracht Osteopaat Vlaanderen graag samen voor een interview. Onze kopmannen: Bjorn Vanmelkebeke, huisosteopaat van Team Visma-Lease a Bike, Egwin Ponette, osteopaat die in zijn medische sport center dagelijks topwielrenners bijstaat en Frank Segaert, osteopaat én papa van aanstormend wielertalent Alec Segaert. Drie osteopaten, drie perspectieven en twee gedeelde passie: de koers en osteopathie.
Startschot: een trio van wielerosteopaten
Huisosteopaat worden van de meest succesvolle wielerploeg van het moment met een “wonderjaar” achter de rug, hoe rol je daar in? Osteopaat Bjorn Vanmelkebeke: “Als student kine ben ik eigenlijk voor de eerste keer in het wielrennen beland. Dat was in ‘97 toen ik meeging naar het WK in San Sebastian. Via de ploegarts van Rabobank toen ben ik erin verzeild geraakt. Per toeval: omdat mijn promotor niet mee kon gaan.” De katalysator voor osteopathie zou pas later komen met een moment dat Bjorn zich nog levendig herinnert. “Bij een val van Michael Boogerd bleek er een blessure aan het bekken te zijn. Maar als kine kan je natuurlijk geen revalidatie starten tijdens de koers. En ik wilde echt iets to-the-point gaan betekenen. Dat kon ik met osteopathie.”
Osteopaat Egwin Ponette ziet in zijn Vitori Medical & Sport Centrum dagelijks coureurs. Een pak Groten der (Koers) Aarde mochten al op zijn behandeltafel passeren. “Ik ben oorspronkelijk bij het jeugdproject van Quick-Step betrokken geraakt, een satellietploeg”, legt Egwin uit. “Dat moet 15 jaar geleden zijn. Daar heb ik toen mee de groei van Julien Vermote tot prof van dichtbij meegemaakt.” Sindsdien heeft Egwin een pak expertise opgebouwd in de behandeling van wielrenners. Een die hem tot bij Jean-Pierre Meersseman van het gerenommeerde Milan Lab bracht. “Later klopte ook Johan Bruyneel bij mij aan toen de Trek ploeg net boven het doopvont werd gehouden. De periode Cancellara, Voigt, de Schlecks: dat was 60 dagen per jaar on the road”, glimlacht Egwin. De truitjes op de muur liegen er niet om: ook bij Egwin is de wielerpassie groot.
Osteopaat, auteur van het boek ‘Santé! op je gezondheid’, triatleet én papa van een jonge beloftevolle profrenner: gezondheid en sport nemen duidelijk een belangrijke plaats in in het leven van Frank Segaert. Terwijl zoon Alec Segaert zich in de kijker rijdt bij Lotto-Dstny heeft Frank na 15 triatlonseizoenen de competitiesport vaarwel gezegd. Een van zijn mooiste herinneringen is zijn deelname aan de Ironman van Hawaii in 2017. Ook zijn zoon Alec was daar al van de partij en won toen de Ironkids, de editie voor kinderen. Frank: “Da’s een grappig verhaal omdat het een leuke krantenkop was. Maar die categorie is van 6 tot 14 jaar en Alec was net 14. Sportief stelde die overwinning dus niet veel voor, maar sindsdien kan Alec wel zeggen dat hij één van de drie Belgen is, samen met Luc en Frederik Van Lierde, die ooit hebben gewonnen op Hawaii. (lacht)” Intussen zit zoonlief Alec in het profpeloton en zit Frank zo mee op de eerste rij van de wielersport én de osteopathie.
Coureurs op de behandeltafel
Wielrennen is enorm populair in België. Volgens onderzoek aan de VUB is het de op één na favoriete Olympische sport van de Belgen. (Enkel atletiek staat een trapje hoger.) Dat er veel wielerfans zijn, merk je natuurlijk voor en tijdens wedstrijden. Wanneer recreatieve coureurs gretig het wedstijdparcours verkennen. Daarnaast staan we op profniveau als fietsland ook op de kaart. Door onze geschiedenis, professionele team en de huidige generatie coureurs. Of het nu de enthousiaste wielerfanaat of de doorgewinterde prof is: vroeg of laat kampen ze wel eens met een klacht of blessure. Vraag dat maar aan ons trio osteopaten.
In de praktijk zie je volgens Frank (osteopaat en papa van wielerfenomeen Alec) bij wielrenners twee duidelijke types klachten. Ten eerste heb je acute klachten of blessures. “Dat zie je eigenlijk enkel na een valpartij. Wielrennen is namelijk geen contact- of impactsport waardoor acute klachten minder voorkomen.” Chronische klachten zie je vaker. Nekklachten, schouderproblemen en rugklachten staan bovenaan de klachtenlijst. Hier speelt vaak een onderliggende problematiek (visceraal of craniosacraal). Ook kniepijn passeert de revue als je met wielrenners werkt. Egwin Ponette (Vitori Medical & Sport Centrum): “Kniepijn kan ook ontstaan door een verkeerde afstelling van het schoenplaatje. Of soms zelfs door de schoenen zelf. Dus verschillende factoren spelen mogelijk een rol als er sprake is van kniepijn.”
Als er geen acute of chronische klachten zijn, dan ligt de focus van de osteopaat op een onderhoudsbehandeling. Bjorn Vanmelkebeke (huisosteopaat van Team Visma-Lease a Bike): “Ik heb het geluk van heel wat renners dagelijks te kunnen zien, dan kan je mooi de behandeling opbouwen en ervoor zorgen dat de wielrenners klachtenvrij blijven.”
Uit Nederlands onderzoek in 2020 blijkt dat grote blessures bij wielrennen inderdaad niet frequent voorkomen. Een val staat met stip bovenaan de lijst van oorzaken. Het gevolg is een vaak een trauma of fractuur aan volgende lichaamsdelen
- Schouder/arm/hand (50%)
- Hoofd/hals/nek (20%)
- Romp/wervelkolom (14%)
- Heup/been/voet (9%)
- Overige lichaamsdelen (7%)
Als we naar niet-traumatische blessures kijken dan toont een studie dat de volgende klachten de lijst aanvoeren:
- Kniepijn
- Pijn in de bovenrug, nek en de schouders
- Pols- & handklachten
- Zadelpijn
- Lage rugpijn
- Voetklachten
Het zijn vooral die laatste klachten waar een osteopathische behandeling een verschil kan maken.
Zowel Frank, Egwin als Bjorn geven aan dat behandeling van wielrenners niet anders of unieker is in vergelijking met andere atleten. Wat wel evolueert is het instrumentarium van de osteopaat. Egwin legt uit: “Door de jaren heen ontwikkel je een eigen aanpak. Je technieken en manipulaties heb je verfijnd met het oog op de meest doeltreffende werkwijze. Het is een gereedschapskist waaruit je put voor de behandeling. En als je vaak met wielrenners werkt, dan weet je welke tools het beste werken.” Dat osteopaten als geen ander heel goed luisteren en inspelen op de situatie zet ook Bjorn in de kijker. “Als osteopaat word je creatiever in je aanpak omdat je je aanpast aan de patiënt en de situatie. Zo heb ik doorheen de jaren bijvoorbeeld geleerd hoe ik de vermoeidheid van de renner én de belasting van mijn eigen behandeling moet inschatten. Als je die vermoeidheid in het lichaam detecteert en je weet dat er morgen weer een rit op het programma staat, dan moet je behandeling heel erg on-point zijn.”
Mannelijke coureurs staan vaak in de schijnwerpers maar Team Visma- Lease a Bike heeft ook een fraai palmares bij de vrouwen met onder meer Marianne Vos in de rangen. Zit daar een verschil in de behandeling? “In wezen niet”, haalt Bjorn aan. “Dat loopt gelijkaardig, een collega zorgt daar voor de osteopathische behandeling.” Bjorn stipt wel aan dat de impact van het hormonale systeem bij vrouwen een grotere rol speelt. “Je ziet dat er in enkele disciplines al menstruatiecoaches komen, dat is zeker een waardevolle evolutie.”
Over mannen gesproken, één mythe rond wielrennen kunnen onze osteopaten ook de wereld uit helpen. De link tussen wielrennen en prostaatproblemen is er niet in hun ervaring. Bjorn: “In de opleiding kwam dat wel aan bod, maar in de praktijk merk ik dat toch niet. Of misschien enkel na Parijs-Roubaix (lacht)”. Egwin voegt eraan toe: “Het perineum rust natuurlijk op het fietszadel en als daar te veel druk is, kan je mogelijks wel klachten krijgen. Daarom is een multidisciplinaire aanpak zeer belangrijk.”
Over rondes, klassiekers en tijdritten
Wie wielrennen zegt, denkt natuurlijk meteen aan de klassiekers: De Ronde, de Tour, de grillige kasseistroken uit de Hel van het Noorden. Maar een ronde of een eendagsrit, een bergrit of een tijdrit: de variatie is breed. Dat zie je ook op de behandeltafel aan het type klachten en de aanpak ervan.
Bjorn: “Als ik kijk naar de grote rondes, dan komen ze de eerste week vooral met klachten in de nek en in de schouders. Iedereen is nog fris en nerveus, het is wringen in het peloton. En dat zijn vaak vlakke ritten. Veel rotondes, veel drempels. De stress is hoog en iedereen denkt nog dat hij kan winnen. Dan zitten ze constant in de remmen te knijpen, zijn ze heel alert voor valpartijen. Dat zet zich doorgaans op het bovenlichaam. En naarmate de ronde vordert en de vermoeidheid er wat in sluipt, dan zijn het eerder rugklachten.”
Egwin: “Het gaat erom te luisteren naar het lichaam, de klachten in kaart te brengen en daar je behandeling op af te stemmen. Je houdt natuurlijk rekening met het type koers. Als iemand zich voorbereidt, in aanloop naar een klassieker bijvoorbeeld, ga je anders te werk dan als iemand morgen moet koersen. Bij grotere rondes heb je dan weer meer tijd om kleinere correcties te doen.”
Frank licht er graag tijdrijden uit. Een aparte discipline. En eentje waar de osteopaat bij de behandeling gericht kan aan werken. Frank: “Via testen in de windtunnel wordt er bepaald welke positie voor een tijdrijder het beste compromis vormt tussen aerodynamica en optimaal kracht zetten op de pedalen. Het resultaat is vaak dat het hoofd en de nek in een vrij onnatuurlijke houding komen te zitten. Hoe beter de mobiliteit van de nek, de bovenrug en de borstkas, hoe comfortabeler die positie aanvoelt en hoe langer een renner die kan volhouden. Zeker als de vermoeidheid toeslaat op het einde van een tijdrit zie je dat dit wel eens problemen oplevert, waardoor de snelheid zakt. De behandeling van het bovenlichaam verdient dus steeds de nodige aandacht als een renner een laatste check-up krijgt voor een belangrijke tijdrit.”
Jonge coureurs en evolutie
De coureur begint er tegenwoordig op jonge leeftijd aan. Als de wielermicrobe toeslaat dan is de jonge wielrenner vertrokken. Kleine coureurtjes laten zich dan soms snel omringen om de beste prestaties te behalen. Vaak onder impuls van de ouders die soms ver gaan in de omkadering op jonge leeftijd. Zowel Bjorn, Egwin als Frank signaleren dat je best niet te hard van stapel loopt.
Egwin: “Je ziet dat jonge renners van 14 of 15 jaar al meteen in een heel rigide regime zitten. Trainingsschema’s, ondersteuning rond voeding en coaches. Bij een val zie je dat de ouders meteen de osteopaat inschakelen. Soms zie ik berichten passeren van ouders die een hoogtetent gaan kopen (lacht) Maar wat je onvermijdelijk ziet is dat die rennertjes bij de sprong op 18 jaar eigenlijk geen marge meer hebben. De echte toppers hebben op jonge leeftijd het talent zonder dat die brede ondersteuning al nodig is. Bij de beloften hebben ze dan nog die extra marge die het verschil maakt.”
Als papa van Alec is het voor Frank een bekend verhaal. Hij treedt Egwin meteen bij in de nood om te waken over de groei van jonge renners. “Als je op jonge leeftijd te snel grote volumes traint, merk je dat de opwaartse prestatiecurve al snel afbot. Zo zie je vaak rennertjes die bij de aspiranten op basis van veel training alles winnen, bij de nieuwelingen begint het dan al wat moeilijker te gaan en bij de junioren haken ze ontgoocheld af omdat ze niet meer meespelen voor de prijzen. In het geval van Alec hebben we er altijd over gewaakt om die evolutie heel geleidelijk te laten verlopen. Ook nu nog zijn de trainingsschema die hij volgt bewust een stuk minder zwaar qua volume dan die van zijn oudere ploegmaats.”
Opmerkelijk: de drang naar professionalisering op jongere leeftijd is volgens onze osteopaten ook het gevolg van sociale media. Daar is er steeds vaker een inkijk in de wereld van de profs. En een neiging om zich al op jonge leeftijd te gaan spiegelen aan de trainingsmethodes.
Teamwork & specialiteiten
Jong of oud, een wielrenner die op het hoogste schavot staat en een trofee de lucht in hijst, dat is het resultaat van teamwork beamen Frank, Egwin & Bjorn. Hoe verloopt dat teamwork doorgaans en hoe zit het met de rol van de osteopaat? Bjorn: “Bij Team Visma-Lease a Bike gaat dat heel soepel: iedereen heeft zijn vakgebied. De osteopaat is hier een spaak in het wiel van het medisch team. Renners kunnen vrij aankloppen. Maar ik hoor soms wel van collega’s dat bij andere ploegen de ploegarts eerst moet beslissen of een osteopaat aangewezen is voor een behandeling.”
Egwin is het daarmee eens: “In een sportcontext zie je dat de neuzen in dezelfde richting staan. Sportartsen, osteopaten en andere zorgverstrekkers werken samen naar dat ene doel: de overwinning. Daarin spelen we allemaal rol.”
Zowel Egwin als Bjorn beklemtonen dat ze zich richten op de kernrol van de osteopaat binnen het netwerk van zorgverstrekkers. “In essentie is osteopathie voor mij de biomechanica en daar legt ik mij op toe, dat is de basis”, zegt Bjorn. “We hebben ook een team van specialisten en iedereen heeft zijn rol en invalshoek.” Egwin voegt eraan toe: “Bij ons in het centrum werken we natuurlijk bij uitstek multidisciplinair: we verenigen heel wat kennis onder één dak. Als osteopaat verwacht je resultaat te zien na twee of drie sessies. Krijg je dat niet, dan gaan we verder kijken. Met bijvoorbeeld medische beeldvorming.”
Het is duidelijk dat in moderne wielerteams de osteopaat een schakel is binnen het totale medische team. Er is een wisselwerking tussen artsen, diëtisten, mental coaches en andere therapeuten om samen de wielrenners elke keer topfit te krijgen.
Ideale danspartners: over de fietspositie
Het mag duidelijk zijn: renners zijn goed omringd door een team. Maar hoe je het ook draait of keert: de relatie tussen de coureur en de fiets speelt in wielrennen een grote rol. Het samenspel van mens en mechanica moet optimaal zijn om te presteren. Een osteopaat kan de wielrenner gaan begeleiden om de balans in het lichaam optimaal te krijgen. Maar altijd in combinatie met de fiets. Dat evenwicht bereiken tussen mens en machine is een subtiel spel.
Dat weten Egwin en zijn team als geen ander. Bikefitter Alphonse Vermote (broer van Julien en renner bij Team Visma-Lease a Bike) buigt zich er dagelijks over in het Vitori Medical & Sport Centrum. Hij omschrijft de combinatie zelfs als “danspartners”. Alphonse: “Ons doel is om de positie aan te passen om het meeste rendement te krijgen op de fiets en ook zo comfortabel mogelijk te zitten in functie van het doel van de fietser.” Dat begint bij het lichaam zelf. Over die screening waken Egwin en de collega’s samen als eerste, op de behandeltafel. Egwin: “Je kijkt naar waar de asymmetrie zit, hoe beweeglijk de lichaamsdelen zijn. Dat is de uitgangsbasis.”
Het afstemmen van de fiets op het lichaam kent enkele parameters. De afstelling van de schoenplaatjes, het regelen van de positie van het onderlichaam en het bovenlichaam (respectievelijk het zadel en het stuur). Alphonse legt uit: “Bij een zadeldrukmeting gaan we zoeken naar de perfecte ondersteuning van het zitvlak.”
“De fietspositie is bijzonder belangrijk”, stipt Bjorn aan. “Elk jaar beginnen we bij Team Visma-Lease a Bike met een nulmeting en gaan we een fietspositie meter loslaten op de renner en de fiets. Dat is vaak heel wetenschappelijk. Camera’s, bepaalde hoeken. En dan gaan we na of daar klachten uitkomen: aan de knieën, de rug, de nek.” Egwin stipt aan dat elke fietser er baat bij heeft, van een triatleet tot iemand die bijvoorbeeld met een speedpedelec fietst. Een goede fietshouding is essentieel.
Drukmetingen, camera’s, millimeterwerk: fietsmetingen mogen dan wel wiskunde lijken, in de praktijk zijn ze niet zaligmakend. Frank: “Pure wetenschap alleen is het niet. Er zijn zoveel methodes, modellen en aanpakken. Maar aan het einde van de dag is het de renner en het lichaam die het laatste woord hebben.” Dat beamen Egwin en Alphonse ook. “Je kan natuurlijk altijd zoveel mogelijk gaan standaardiseren, maar iedereen is anders. Het is steeds een uniek verhaal en met metingen alleen kom je er niet”, vertelt Alphonse. Egwin voegt er met de glimlach aan toe: “Het is een kunst.”
Hoe vis je dan uit of het de wielrenner of de fiets is? Bjorn: “Je ziet het eigenlijk snel bij de behandeling. Elke renner heeft wel een aanpassingsperiode nodig natuurlijk. Maar als een behandeling niet meteen effect heeft na een paar sessies, dan kijk je verder. Halte één is de schoenplaatjes: zitten die goed? Is er geen verbetering, dan gaan we naar het zadel. En zo ga je door.”
Dat de osteopaat een echte speurneus kan zijn, illustreert Bjorn trouwens met een fijne anekdote over mens en machine.“Ik herinner me een hele leuke case, enfin niet voor de wielrenner (lacht). We hadden een coureur en zagen dat die telkens weer ging scheeftrekken op de fiets. Ondanks de behandeling. Ook de mechanische aspecten zaten volgens alle metingen goed. En dan plots zagen we na de wedstrijd op de beelden iets bewegen aan het zadel. Wat bleek: er zat een onzichtbare breuk binnenin dat zadel. Zo zie je maar dat je als osteopaat altijd moet blijven speuren naar de echte oorzaak! Dat vind ik geweldig.”
Het geheim van de topwielrenner
Een straffe renner, een sterk team, de ideale fiets: ziedaar het recept voor succes. Maar toch is er nog een verschil in de wedstrijd. Hoe zit het met de echte toppers die door de handen van onze osteopaten mochten passeren: wat is het geheim van de topcoureur? Bjorn: “Het blijft een mysterie! (lacht) Ik heb er wel een kleine theorie over die ik met collega’s al vaak besproken heb. De echte toppers lijken mij een hele soepele spierstructuur te hebben. Die kunnen bijvoorbeeld de zwaarste rit hebben en die komen op tafel, en er zitten niet veel knopen in die spieren. Die spieren voelen soepel, terwijl dat je heel veel andere renners hebt, met hele pezige spieren, waar dat een heel ander verhaal is.”
Is het dan Talent, die pure aanleg die het verschil maakt en de toppers van de rest onderscheidt? Egwin: “Talent alleen is niet genoeg. Er zijn veel verhalen van toppers met talent die er onvoldoende discipline op nahouden. Ik zal niet in detail gaan (lacht). Sterker nog: ik herinner me een jonge wielrenner, 14 jaar, frêle en helemaal niet het frame voor wielrenner. Maar die was zo gebeten door de sport. En die heeft ieder advies opvolgd, alle feedback meegenomen en is er altijd voor gaan. En die rijdt nu voor Lotto-Dstny. Pure wilskracht dus.”
Een andere heel belangrijke factor in het wielrennen is “het koppeke”. Frank: “Succesvolle sporters kunnen doorgaans goed omgaan met druk en ze zijn in staat om het hoofd koel te houden op cruciale momenten. Maar je moet als wielrenner ook heel goed kunnen omgaan met verlies. Een koers winnen is voor een renner of renster de ultieme kick maar de realiteit is echter dat er maar een minderheid van de wielrenners wedstrijden wint. Als er straks 180 deelnemers aan de start staan van de Ronde van Vlaanderen, zal er maar één zijn armen in de lucht kunnen steken in Oudenaarde. Je moet ook leren genieten van een goede wedstrijd rijden, een mooie ereplaats behalen en een ploegmaat aan een zege helpen. Anders ga je weinig plezier beleven aan je carrière.”
Bjorn: “Elke therapeut heeft een enorme psychologische waarde, volgens mij. Een groot deel van ons werk, en dan praat ik als team, is om die twijfel weg te nemen bij de atleet. Die mag zich mentaal geen zorgen maken: eet ik de juiste dingen, zit mijn heup goed los, heb ik voldoende getraind. Wij als team zorgen voor dat vertrouwen.”
Food for Thought
Wat heeft de toekomst dan nog in petto? Hoe kunnen wielrenners nog beter in conditie blijven en meer prijzen pakken? Opvallend is dat onze drie osteopaten aanhalen dat er de laatste jaren op het vlak van voeding bijzonder veel veranderd is. Bjorn: “Dankzij onder meer food coaches staan we bij Team Visma-Lease a Bike qua voeding eigenlijk heel ver. Vroeger zag je vaker maag- & darmklachten, zeker bij grote rondes, maar dat zien we toch niet meer. Voeding is heel goed afgestemd.” Ook Egwin is het daarmee eens: “De koks zijn in teams ondertussen sterk ingeburgerd en zorgen voor heel gevarieerde schema’s. Dat was vroeger toch anders waar je heel erg monocultuur had. De switch naar meer uitgebalanceerde voeding is een positieve evolutie.”
Frank vult aan: “Een goede algemene gezondheid is de basis waarop topprestaties worden geleverd en gezonde voeding maakt daar een essentieel onderdeel van uit. In de sport wordt er in deze soms nog te veel gefocust op korte termijn. De ideale voeding om vandaag te trainen of te presteren is niet altijd de ideale voeding voor een goede gezondheid morgen. Een carrière duurt hopelijk vele jaren, en een gezond en gevarieerd voedingspatroon bepalen mee hoe je gezondheid in die periode evolueert en hoe je palmares er finaal zal uitzien.”
Ploegsport ook naast de baan
Body, bike, mind & food: wielerzeges zijn het resultaat van teamwork en dat beseffen osteopaten als geen ander. Osteopaten Bjorn, Frank en Egwin bouwen mee aan die prestaties door in de eerste plaats het lichaam van de renner centraal te stellen. Van klassieker en tijdrit tot ronde. Van acute of chronische klacht tot onderhoudsbehandeling. De wielerosteopaat gaat op maat van het lichaam, de klacht en de situatie te werk. En daarnaast gaat de osteopaat in dialoog en overleg. Met de collega’s, bikefitters en collega’s- therapeuten. Dat alles om samen die enkele procenten marge te halen die het verschil maken. Het verschil soms tussen winst en verlies. Kortom: ook in de wielersport zijn osteopaten als geen ander een schakel in de gezondheid. En een podiumplaats!
Osteopaat Vlaanderen dankt Bjorn Vanmelkebeke, Egwin Ponette & Frank Segaert van harte voor hun medewerking en tijd.