Een consult bij een osteopaat lijkt in grote lijnen op een consult bij een klassieke arts. Er zijn een aantal vaste onderdelen. Naargelang de aard van de klacht of de patiënt – in de osteopathische filosofie zijn de klacht en de patiënt één geheel – wordt dan bijgestuurd.
Anamnese
Tijdens het kennismakingsgesprek zal de osteopaat een dossier opmaken. Hierin komen persoonlijk gegevens: naam, geboortedatum, adres, telefoonnummer, beroep, hobby’s, ziekenfonds/verzekering en huisarts.
Daarna volgt de anamnese, waarin hij uitgebreid vragen stelt over het klachtenpatroon.
Waar heeft de patiënt pijn? Wanneer is de pijn begonnen? Welk soort pijn is het? Wanneer is de pijn het hevigst? Aan de hand van vele vragen probeert de osteopaat een beeld te krijgen van de klachtenregio en van de structuur die verantwoordelijk kan zijn. Dit gedeelte van het onderzoek is ontzettend belangrijk. Daarom moet de patiënt zo veel mogelijk informatie geven over zijn klachten én over zichzelf. Dat verklaart ook waarom de osteopaat vragen kan stellen die ogenschijnlijk niet rechtstreeks met de klacht te maken hebben, zoals bijzonderheden over hart- en bloedvaten, longen, spijsvertering, blaas en nieren.
De osteopaat zal ook informeren naar het medisch verleden, erfelijke en familiale aandoeningen, eventuele medicatie, ongevallen en operaties. Verder worden ook bloeddruk, gewicht en lengte in het dossier genoteerd.
Safety Check
Ideaal is als patiënten eerdere onderzoeksresultaten melden en/of meebrengen. Ook de bijsluiters van medicijnen kunnen bijdragen tot een correct inzicht. De osteopaat kan die gegevens analyseren om een nog beter beeld te krijgen van de problematiek. Op radiologische foto’s kan de osteopaat bijvoorbeeld zien of het een structurele klacht betreft zoals fracturen of osteoporose. Is dat zo, dan zal hij meteen besluiten dat een osteopathische behandeling geen genezing zal brengen, waarop hij onmiddellijk de patiënt zal doorverwijzen naar de reguliere geneeskunde. Dat zijn de zogeheten ‘rode vlaggen’ die iedere professionele osteopaat eerst zal checken. Een osteopaat geneest geen ziektes; wel kan hij een zieke helpen om beter te functioneren.
Tijdens de osteopathische behandelingen maakt de osteopaat geen gebruik van medicijnen of apparatuur, maar bij de safety check maakt hij wel gebruik van de gebruikelijke medische hulpmiddelen zoals bloeddrukmeter, stethoscoop, otoscoop, ooglampje, reflexhamer, radeerwieltje om de huidgevoeligheid te testen, stemvork en tongspatel.
Bewegingsonderzoek
Daarna volgt het bewegingsonderzoek. De osteopaat onderzoekt de verwoorde klachten. Hij beperkt zich hierbij niet tot de regio van het ongemak. Zowel het bekken, de rug en de andere gewrichten als de spieren, de organen en de schedel worden op beweeglijkheid getest. Zijn er blokkades in de rug? Staan bepaalde spieren gespannen? Is deze hoofdbeweging gevoelig? Voelt de buik opgeblazen aan? Zijn er huidverkleuringen zichtbaar? Zijn er littekens? Welke luchtfiguren – gevormd door de afstand tussen beide benen, of tussen arm en romp – tekenen zich af? Hoe zien de staphouding, het looppatroon en de algemene lichaamshouding eruit?
Met zijn ogen en handen lokaliseert de osteopaat de klacht en de oorzaak. Voor dit manuele onderzoek moet de patiënt zijn bovenkleding uitdoen. Als hiertegen bezwaren bestaan, zal de osteopaat daar rekening mee houden.
Behandeling
Na de anamnese en het uitgebreide bewegingsonderzoek weet de osteopaat wat het probleem is en hoe het wordt veroorzaakt. Nu kan hij zijn behandeling bepalen, waarbij verschillende technieken worden toegepast op de te behandelen structuren.
Hij beoogt hiermee het verbeteren van de beweeglijkheid van die structuren en het vrijmaken van gevonden bewegingsbeperkingen. Omdat een osteopaat manuele technieken hanteert, is het comfortabeler om niet met een volle maag naar een consult te gaan. Een osteopathische behandeling is veilig, pijnloos en niet agressief. De meeste mensen ervaren ze als aangenaam. De impact op de lichaamsstructuren verschilt van aard en van intensiteit. Sommige technieken zijn kort en snel, andere lang en zacht. Dat is logisch: het lichaam is een uiterst complex systeem met vele structuren, bloedvaten en zenuwweefsel die elk op hun eigen manier moeten worden benaderd.
De osteopaat werkt voor ieder individu een andere behandeling uit. Zo worden verschillende patiënten met ogenschijnlijk dezelfde klacht anders behandeld door dezelfde osteopaat. Hij analyseert de klachten, maar gebruikt verschillende technieken die vooral de oorzaak van de klacht aanpakken. Er bestaat niet zoiets als een standaardrecept.
Beoogde resultaat
Het succes van de behandeling hangt in grote mate af van het zelfgenezend vermogen van de patiënt. Een reactie op de behandeling is niet ongewoon en verdwijnt gemiddeld na 48 uur. Zo geeft het lichaam aan dat het aan het werk is en dat het zich aanpast aan de nieuwe situatie. Echter, osteopathie is geen symptomatische behandeling. Sommige klachten verdwijnen onmiddellijk, andere vergen meer tijd. Het is wel een duurzamere oplossing die de onderliggende factoren aanpakt op een natuurlijke manier.
Nabespreking
Na de behandeling, die gemiddeld 30 minuten duurt, volgt een nabespreking. Hierin worden in eenvoudige en begrijpelijke woorden de oorzaken van de pijn en de remedie besproken. Soms reikt de osteopaat ook oefeningen of voedingsadviezen aan. Hij zal ook aangeven hoelang het zal duren eer men beter is. Gemiddeld vraagt het drie tot vijf behandelingen voor de patiënt is hersteld, naargelang de klachten van acute of chronische aard zijn.