Congestie

1. Inleiding

Het hart pompt continu zuurstofrijk bloed rond naar alle delen van het lichaam, waarna het zuurstofarme bloed - via het hart - terugkeert naar de longen om daar afvalstoffen af te scheiden en opnieuw zuurstof op het nemen. De druk waarmee het bloed rondgepompt wordt (i.e. de bloeddruk), kan - afhankelijk van de noden van het lichaam - verhoogd of verlaagd worden via het verwijden of net versmallen van de aders en wordt geregeld door een zeer complex systeem (waarbij onder meer de nieren, drukreceptoren in de aders en hormonen betrokken zijn). 

Bij congestie is er sprake van een toename van het bloedvolume in de bloedvaten die zuurstofarm bloed bevatten. Deze congestie kan lokaal of meer veralgemeend voorkomen. Afhankelijk van de plaats waar de congestie zich voordoet, kan men meer afleiden over de oorzaak ervan.

2. Symptomen

Afhankelijk van de soort congestie, krijgt men te maken met een of meer van onderstaande symptomen:

  • Ademnood (erger bij het neerliggen)
  • Zwaar gevoel en vochtopstapeling in de benen
  • Oppervlakkige en diepere opzetting van aders en haarvaten (kan roodheid geven)
  • Aambeien
  • Maagklachten bij congestie van de aders rond de overgang tussen slokdarm en maag
  • Drukgevoel in de onderrug en ter hoogte van de nieren
  • Overdruk in het bekken en de heupen

3. Oorzaken

  • Hoge bloeddruk
  • (Te) grote lichamelijke inspanningen
  • Werkzaamheden in een te warme ruimte
  • Verstoorde leverwerking
  • Hartfalen
  • Nierproblemen
  • Hormonale invloed (bijv. schildklieraandoening)
Lichaamsregio
Buikregio