1. Inleiding
Bij tinnitus of oorsuizen hoort men in één of in beide oren een geluid waarvoor er geen aanwijsbare geluidsbron is. De hersenen krijgen met andere woorden een signaal binnen dat verkeerdelijk als lawaai wordt geïnterpreteerd, vandaar dat men ook wel spreekt over ‘fantoomgeluid’. Het geluid kan een fluittoon, ruis, piep of gebrom zijn, en wordt meestal pas hoorbaar wanneer er weinig tot geen omgevingslawaai is.
Tinnitus valt over het algemeen in twee grote groepen onder te verdelen: pulsatiele en niet-pulsatiele tinnitus. Bij pulsatiele tinnitus gaat het om een bonzend geluid dat meestal veroorzaakt wordt door een aandoening of abnormaliteit van de bloedvaten. Een niet-pulsatiele tinnitus daarentegen geeft een continu geluid waarvan de oorzaak veel moeilijker te achterhalen valt, enerzijds omdat er er veel mogelijke oorzaken bekend zijn, anderzijds omdat het in sommige gevallen onmogelijk blijkt om een medisch aanwijsbare oorzaak te vinden.
In België krijgt wel 15 tot 25% van de bevolking ooit in zijn leven eens te maken met tinnitus. Ongeveer 20% van personen die lijden aan tinnitus kampt met een zodanig ernstige vorm dat dit grote gevolgen heeft voor hun psychologisch welzijn en – daaraan verbonden – hun levenskwaliteit.
2. Symptomen
- Horen van een fluittoon, ruis, piep of gebrom waar geen externe geluidsbron voor is
- Het geluid wordt luider naarmate het omgevingsgeluid vermindert
- Het geluid kan continu of net bonkend zijn
- Tinnitus kan zowel slechts in één oor als in beide oren voorkomen
3. Oorzaken
- ‘Geluidstrauma’, bijvoorbeeld na een harde knal of een luid concert
- Ziekte van Menière
- Ontsteking van het middenoor
- Otosclerose: abnormale verbening in het middenoor
- Aandoening van de gehoorszenuw (bijv. een goedaardige tumor)
- Problemen aan het kaakgewricht
- Verhoogde spanning van de hals- en nekspieren
- Aandoening van de bloedvaten (pulsatiele tinnitus)